LEEFOMGEVING
AARDRIJKS-KUNDE

De kinderen kunnen zich houden aan de “verkeersregels”, door aan de hand van bepaalde herkenningspunten te moeten wachten tot de kleuterjuf aangeeft dat er weer mag worden doorgelopen.

De kinderen weten dat zij bij een wandeling pas mogen oversteken als de kleuterjuf dat toestaat.

De kleuterjuf maakt af en toe een wandeling met de kinderen. De kleuterjuf loopt hierbij achteraan de rij. Zij spreekt met de kinderen die voorop lopen af bij welk punt er gewacht moet worden (bijv. een lantaarnpaal, een hoekje, bij de stoeprand als er een zijweg is). Zij wil de kinderen op deze wijze op een verantwoorde manier leren deelnemen aan het verkeer. Ook  kunnen de kinderen ervaring opdoen bij het oriënteren in de ruimte buiten.

34
35
Mens en samenleving

47
ruimte

K-LA 5
Verkeer en gedrag

De oudste en derdejaars kleuters doen ervaring op met de begrippen links en rechts.

De kleuterjuf benoemd de hand waarmee het kind werkt. De andere hand is “het hulpje”.

47
Lichaamsoriëntatie

K-LA3
Oriëntatie op de omgeving

LEEFOMGEVING
NATUUR

De jongste kleuters beleven hoe het proces ‘van eitje tot rups tot vlinder’ verloopt.

De oudste en derdejaars kleuters begrijpen hoe het proces ‘van eitje tot rups tot vlinder’ verloopt en kunnen dit proces verwoorden.

Prentenboek:

• Rupsje Nooitgenoeg

Verhaalliedje:
Vertel eens vlinder

De kleuterjuf zingt en vertelt over het proces van “eitje tot rups tot vlinder”.
Zij leest een prentenboek voor over eitje waar een rups uit tevoorschijn komt. Deze rups ontwikkeld zich vervolgens tot vlinder.
De kleuterjuf zingt met de kinderen een verhaalliedje over een rupsje dat zich ontwikkeld tot vlinder.
Tijdens het buitenspelen verwondert de  kleuterjuf zich samen met de kinderen over de prachtige kleuren van de vlinder die wordt waargenomen

40
41
46
Natuur en techniek

K-LN1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg

K-LN2
Zorg voor natuur milieu en gezondheid

K-LN5
Planten en dieren in hun biotoop

K-LN7
K-LN8
Levensfuncties van planten en dieren

Vervolg:
LEEFOMGEVING
NATUUR

De jongste kleuters kijken en ervaren hoe een plant groeit en hoe een bloem zich ontwikkeld van knop tot bloem.

De oudste en derdejaars kleuters weten hoe een plant groeit en hoe een bloem zich ontwikkeld van knop tot bloem. Zij kunnen de verschillende onderdelen van planten en bloemen benoemen.

De oudste en derdejaars kleuters weten hoe de plantjes verzorgd moeten worden.

De kleuterjuf volgt samen met de kinderen het proces van de plantjes die in de tuin zijn geplant, hoe ze zich ontwikkelen en hoe de bloemen gaan bloeien. Zij wil hierdoor de kinderen van dichtbij het proces van de bloei en groei van  plant en bloem laten beleven.

De groenten die in de groentetuin zijn gegroeid worden geoogst gewassen en gesneden. Deze worden in de wekelijkse soep gegeten.

40
41
44
Natuur en techniek

K-LN5
K-LN6
K-LN7
Planten en dieren in hun biotoop

De kinderen ervaren en genieten van het weer en van de groei en bloei van de natuur, zoals dat in de zomer plaatsvindt.

De kleuterjuf verheugt zich samen met de kinderen over de groei en bloem van de natuur. Zij zingt er met de kinderen liedjes over en speelt dagelijks buiten kring- en rijspelen (i.p.v. het ochtendspel binnen).
Als het weer goed genoeg is wordt er buiten gepicknickt.
De kinderen krijgen volop de gelegenheid de zomer te ervaren en ervan te genieten.

Liedjes:

• Sint Jan die komt eran
• Hoog laait het vuur
• In het midden van de zomertijd
• Kom mee naar buiten allemaal
• Hoor je het zingen van het vuur
• Zing zing ’t is zomer
• De rivier de Rhône
• Twee emmertjes water halen

40
41
43
44
46
Natuur en techniek

K-LN1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg
K-LN2
Zorg voor natuur milieu en gezondheid
K-LN5
Planten en dieren in hun biotoop
K-LN7
K-LN8
Levensfuncties van planten en dieren

LEEFOMGEVING
TECHNIEK

De kinderen doen ontdekkingen met betrekking tot het weer.

Bijvoorbeeld :

• In de zomer kan het erg warm zijn, dan is het fijn om af te koelen door met water te spelen of in de schaduw te spelen
• De planten en bloemen gaan slap hangen als het niet voldoende regent
• Onder invloed van droog en zonnig weer wordt het zand in de zandbak “zachtzand”, er moet diep worden gegraven om bij het stevige zand te komen.

De kleuterjuf laat de kinderen dagelijks de buiten spelen.
Zij wil de kinderen hierdoor bekend maken met de verschillende aspecten van het seizoen zomer.

42
43
46
Natuur en techniek

K-LT2
Weer en weersveranderingen

BEWEGING-
DIDACTISCH BEWEGEN

De kinderen doen ervaring op met lopen,stampen,springen,en huppen in de maat van liedjes/kringspelen.

Liedjes en kringspelen:

• De Rivier de Rhône
• Twee emmertjes water halen
• Kom mee maar buiten allemaal
• Papagaaitje leeft je nog
• Ping ping hamertje
• Groen is ’t gras
• ‘k moet dwalen
• Ik heb een mooie bloemenmand

De kinderen ervaren dat ritmes en maat correct uitgevoerd willen zijn.

De kleuterjuf speelt samen met de kinderen rij- en kringspelen.
De kleuterjuf loopt, huppelt en klapt op de maat van het liedje. Doordat de kinderen haar nabootsen gaan  zij (wanneer zij qua ontwikkeling daaraan toe zijn), ook in het zelfde ritme en tempo meebewegen.

57
58
bewegingsonderwijs

K-BD1
Vaardigheden
K-BD3
Bewegend ervaren