LEEFOM-GEVING-
AARDRIJKS-KUNDE

De jongste kleuters doen ervaring op met de begrippen van plaats.

De oudste en derdejaars kleuters  kunnen de begrippen van plaats begrijpen en verwoorden.

Begrippen van plaats:

• Op
• Onder
• Achter
• Voor
• Naast
• Tussen
• midden

De oudste en derdejaars kleuters doen ervaring op met de begrippen links en rechts.

Bijvoorbeeld:

• Linksachter
• Linksvoor
• Rechtsachter
• Rechtsvoor

Tijdens het spel van de moedereend en de kuikentjes nodigt de kleuterjuf telkens 5 kinderen uit die als kuikentje bij haar in het nest mogen komen zitten.  De kleuterjuf gebruikt plaatsaanduidingen waarin de woorden links en rechts worden gebruikt.

Bijvoorbeeld:

• midden voor in het nest,
•  linksvoor in het nest,
•  rechtsachter in het nest

Bij het zoeken van de kuikentjes verwoord de kleuterjuf waar of zij gaat zoeken

Zij zegt bijvoorbeeld:

•  Eens kijken of er een kuikentje onder deze struik zit (onder de stoel van één van de kinderen)
• Eens kijken of er een kuikentje achter deze dikke boom zit (achter een kist)
• He daar vind ik een kuikentje tussen het riet (het verstopplekje)

Zij nodigt de kinderen in de kring uit om haar te helpen, door hen uit te laten leggen waar ze nog meer kan zou kunnen gaan zoeken. Hiermee stelt ze de kinderen in de gelegenheid om de begrippen van plaats actief te gebruiken.

47
50
Ruimte

K-LA2
K-LA3
oriëntatie op de omgeving

LEEFOMGEVING-
NATUUR

De oudste en derdejaars kleuters doen ervaring op met de begrippen links en rechts.

De kleuterjuf benoemd de hand waarmee het kind werkt tijdens o.a. het tekenen. De andere hand is “het hulpje”.

47
Ruimte

K-LA3
Oriëntatie op de omgeving

De jongste kleuters doen ervaring op met het kijken naar en herkennen van de dieren in de sloot.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de verschillende dieren in de sloot herkennen en benoemen. Ook kunnen zij de lichaamsdelen van de dieren benoemen.

Dieren bij de sloot en hun lichaamsdelen:

• moedereend
• vadereend
• kuikentjes
• meerkoetje
• zwaan
• nest
• vleugels
• poten
• snavel
• staart
• veren

De kleuterjuf gaat samen met de kinderen kijken bij de sloot waar de eenden en meerkoetjes hun nest hebben en rondzwemmen met de kuikentjes. Zo biedt de kleuterjuf de kinderen de mogelijkheid om waar te nemen hoe de eenden en kuikentjes eruitzien en hoe ze zich gedragen.
De kleuterjuf nodigt de kinderen uit om te vertellen wat ze gezien hebben en spreekt  samen met de kinderen op een speelse manier over het “hoe en waarom” van de hetgeen is waargenomen.

40
41
Natuur

K-LN 1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg

K-LN5
Planten en dieren in hun biotoop

K-LN8
Levensfuncties van planten en dieren

Jongste kleuters kijken en ervaren hoe het bloemenzaad uitgroeit tot een bloem en hoe de bonen uitgroeien tot een bonenplant.

De oudste en derdejaars kleuters weten hoe de bloemzaadjes/ bonen verzorgd moeten worden. Zij kunnen de verschillende onderdelen van planten en bloemen benoemen.

De kleuterjuf zaait samen met de kinderen in de klas bonen en/of bloemenzaad. Zij wil de kinderen  hierdoor  het proces van zaadje tot bloem of plant van dichtbij laten beleven.
Bovendien ervaren de kinderen dat zaden in de lente en aan het begin van de zomer gezaaid worden.

 Liedje:

• Groei groei zaadje klein uit de donkere gronden

40
41
Natuur

K-LN5
K-LN6
K-LN7
Planten en dieren in hun biotoop

LEEFOMGEVING
TECHNIEK

De kinderen doen ontdekkingen met betrekking tot het weer.

Bijvoorbeeld

• Als het warmer wordt verschijnen er steeds meer blaadjes aan de bomen
• In de lente broeden de eenden aan de kant van de sloot.
• We horen de vogeltjes zingen
• Allerlei bloemen gaan weer bloeien.
• Als het geregend heeft ontstaan er plassen, maar het water trekt weer vanzelf in de grond

De kleuterjuf laat de kinderen dagelijks buiten spelen.
De in de klas gezaaide en opgekweekte planten en bloemen worden in de grond gezet en het groeiproces  kan verder worden gevolgd.

42
43
46
Natuur en techniek

K-LT2
Weer en weersveranderingen

De kinderen doen ontdekkingen met betrekking tot het weer en ervaren dat het seizoen van invloed is op de natuur.

In het ochtendspel wordt gespeeld over de eenden en kuikens in die in de lente uit het ei komen.
Zij wil de kinderen hierdoor bekend maken met de verschillende aspecten van het seizoen lente.

42
43
46
Natuur en techniek

K-LT2
Weer en weersveranderingen