Periodeaanbod Pinksteren | A rekenen: |
Periode aanbod: Pinksteren en jonge dieren
Onderdeel Rekenen
Leergebied |
De kleuters | De kleuterjuf | Verwijzing |
REKENEN-
|
De jongste kleuters van 5 jaar doen ervaring op met het afmeten van een draad zolang als hun eigen armen. De jongste kleuters van 5 jaar doen ervaring op met de begrippen grootse en kleinste. |
De kleuterjuf biedt de 5 jarige De jongste kleuters een werkje aan. 5 jarigen werkje:
|
23 26 32 K-R-6 |
|
De oudste en derdejaars kleuters kennen de getal rij t/m 10 of verder. |
De kleuterjuf beidt de oudste en derdejaars kleuters een weefwerkje aan. |
23 26 K-R-1 |
|
De oudste en derdejaars kleuters kunnen een draad afmeten die 3 keer zolang is al beide armen. De oudste en derdejaars kleuters kunnen zelf bepalen hoelang de schouderband van hun tasje moet worden.
|
De kleuterjuf laat de kinderen draden afmeten die zij nodig hebben om een tasje te weven. De kleuterjuf laat de kinderen zelf meten hoelang de schouderband voor het tasje moet worden. Dit schouderbandje wordt door hen gevingerhaakt. |
23 32 K-R-6 |
Vervolg:
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de telrij van 5 in omgekeerde volgorde. De oudste en derdejaars kleuters kunnen terugtellen van 5 naar 0. |
De kleuterjuf speelt met de kinderen een spel waarbij er vijf vogeltjes op een tak zitten. De kleuterjuf nodigt hiervoor vijf kinderen uit om een vogeltje te zijn. De tak wordt verbeeld doordat er een bruine lap opgerold in de kring wordt gelegd. Er ‘vliegt’ telkens één vogeltje weg, zodat het er steeds minder worden. De kleuterjuf nodigt één van de kinderen uit om te raden hoeveel vogeltjes er nog over zijn. Daarna laat zij dit kind natellen of het klopt.
|
23 26 K-R-1 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met tellen. De oudste en derdejaars kleuters kennen de getalrij van 1 tot 7 en van 7 tot 0. |
De kleuterjuf de speelt met de kinderen een kringspel waarin wordt geteld tot 7. Aan het einde van het spel wordt terug geteld van 7 tot 0. Kringspel:
|
23 26
K-R-1 |