Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Periodeaanbod Carnaval A rekenen:

  Periode aanbod: Carnaval

   Onderdeel Rekenen

 

 

 

 

Leergebied

 

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

REKENEN-
WISKUNDE

De jongste kleuters doen ervaring op met tellen.

Oudste en derdejaars kleuters kennen de getalrij van 10.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen zichtbare hoeveelheden tellen t/m 10.

De kleuterjuf nodigt dagelijks twee kinderen uit om in de kring een aantal reuzen stappen en kabouterstappen te zetten. Zij mogen de kinderen waarbij ze uitkomen aantikken. De  aangetikte kinderen mogen de stoel bij de tafel gaan zetten.

23
Wiskundig inzicht en handelen

26
Getallen en bewerkingen

K-R-1
Oriëntatie in de getallenwereld

 

De jongste kleuters doen ervaring op met tellen.

Oudste en derdejaars kleuters kennen de getalrij van 10.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen zichtbare hoeveelheden tellen t/m 10.

De kleuterjuf geeft de jongste kleuters de opdracht om van tenminste tien rondjes een slinger te maken.
De oudste kleuters  krijgen de opdracht om een slinger te maken die zolang is als ze zelf zijn.
Als de slinger klaar telt en meet de kleuterjuf samen met elk kind hoe lang de slinger is geworden.

23
Wiskundig inzicht en handelen

26
Getallen en bewerkingen

32
33
Meten en meetkunde

K-R-1
Oriëntatie in de getallenwereld

 

De jongste kleuters doen ervaring op met het tellen tot tien.

De oudste keuters kunnen synchroon tellen tot ten minste 10.

De oudste kleuters en derdejaars kleuters kunnen een bepaalde volgorde onthouden en van deze kleurenreeks een slinger maken.

De kleuterjuf biedt de kinderen  verschillende kleuren papieren strookjes aan om een ‘rondjes slinger’ te maken.
Ze geeft de oudste kleuters de opdracht om een aantal (bijvoorbeeld 3) kleuren uit te kiezen en deze als reeks in een vaste volgorde te herhalen.
De kleuterjuf telt samen met elke jongste kleuters hoeveel rondjes er aan de slinger zijn gekomen.
De kleuterjuf stimuleert de oudste kleuters om het aantal geplakte rondjes te tellen.

23
24
Wiskundig inzicht en handelen

26
27
Getallen en bewerkingen

32
33
Meten en meetkunde

K-R-1
K-R-2
oriëntatie in getallen wereld

K-R-4
praktisch omgaan met getalsoorten

Vervolg:
REKENEN-
WISKUNDE

De oudste en derdejaars kleuters kunnen op verschillende manieren meten hoe lang hun slinger is.

 

De kleuterjuf nodigt de oudste en derdejaars kleuters uit om op allerlei manieren de lengte van hun zelfgemaakte slinger te meten.

Bijvoorbeeld:

  • De kinderen leggen de geplakte slingers naast elkaar en meten welke langer is
  • De kinderen meten of de slinger net zolang is als ze zelf zijn.
  • De  kinderen gaan op de tafel staan en meten of de slinger tot op de grond komt.
  • De kinderen meten of alle slingers aan elkaar geplakt tot één slinger net zolang is als de lengt van de gehele klas.

23
25
Wiskundig inzicht en handelen

26
Getallen en bewerkingen

32
33
Meten en meetkunde

 

K-R-6
Meten en maten

 

 

De jongste kleuters doen ervaring op met de telrij tot 5 in omgekeerde volgorde.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de telrij t/m 5 in omgekeerde volgorde zeggen.

De kleuterjuf doet samen met de kinderen een handgebarenspelletje. Het gaat over 5 kaboutertjes waarvan er steeds een verdwijnt. De kleuterjuf wil de kinderen op een speelse manier bekend maken met de wereld van de getallen, ook in omgekeerde volgorde. Zij zegt het versje ritmisch op. Bovendien is het in rijmvorm. Hierdoor geeft zij de kinderen  de mogelijkheid om de getallen aanvankelijk als het ware dromend mee te zeggen.

Handgebarenspelletje:

  • Vijf kleine kaboutertjes die dansten door het bos

 

 

 

 

 

 

23
Wiskundig inzicht en handelen

26
27
29
Getallen en bewerkingen

K-R-1
K-R-3
Oriëntatie in de getallenwereld