Periodeaanbod Kerst | A Bewegen: |
Periode aanbod:Winter
Leergebied |
De kleuters | De kleuterjuf | Verwijzing |
TAAL-NEDERLANDSE
|
De jongste kleuters doen ervaring op met begrippen en woorden passend bij de wintertijd. De oudste en derdejaars kleuters kunnen woorden en begrippen benoemen en de begrijpen. Woorden en begrippen:
|
De kleuterjuf speelt met de kinderen een ochtendspel dat gaat over de “winter”. Zodoende kunnen de kinderen de winter beleven en ervaring opdoen met de daarbij behorende begrippen. |
2 10 K-TN1 K-TN9 K-TN10
|
Vervolg:
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de begrippen tijd, plaats en beweging. De oudste en derdejaars kleuters kunnen de begrippen die tijd ruimte en beweging aanduiden begrijpen en verwoorden. |
De kleuterjuf speelt met de kinderen het ochtendspel. De verschillende begrippen van tijd, plaats en beweging komen daarbij aan bod. Begrippen van plaats:
Begrippen die beweging aanduiden:
Begrippen van tijd:
‘s morgens op, ze gaan op pad en komen ‘s avonds weer thuis. Het is al laat de kaboutertjes zijn moe… ze moeten allemaal naar hun bedje toe. |
2 10
K-TN3
|
|
De jongste kleuters doen spelenderwijs ervaring op met eindrijm in versjes en handgebarenspelletjes. De oudste en derdejaars kleuters kunnen stukjes tekst op rijm mee spreken. De oudste en derdejaars kleuters kunnen in eenvoudige grammaticaal correcte zinnen spreken en kunnen teksten van verschillende winterversjes zeggen en de daarbij behorende gebaren maken. |
De kleuterjuf biedt gedurende één of twee weken dagelijks hetzelfde opzegversje of handgebaren- spelletje aan. Ze spreekt de tekst en maakt de daarbij horende gebaren. Versjes/handgebarenspelletjes:
|
4 11
K-TN9 |
Vervolg:
|
De jongste kleuters doen spelenderwijs ervaring op met eindrijm en met het spreken in grammaticaal correcte zinnen en. De oudste en derdejaars kleuters kunnen stukjes tekst op rijm mee spreken. De oudste en derde jaars kleuters kunnen in eenvoudige grammaticaal correcte zinnen spreken en kunnen teksten van liedjes en versjes zingen of zeggen. |
De kleuterjuf vertelt het ochtendspel/verhaal in rijmvorm. Hetzelfde verhaal wordt dagelijks verteld en gespeeld. De kleuterjuf nodigt de kinderen uit om haar na te bootsen en stukjes tekst mee te spreken. Zij wil hen op een vanzelfsprekende manier ervaring laten opdoen met rijmen en spreken in grammaticaal correcte zinnen Tekst op rijm bijv.:
wat sneeuwt het buiten!
alles is buiten helemaal wit
gaan we van de trap Versjes:
altijd bij haar kookfornuis
dan doven alle
hele dikke bollen Liedjes:
|
4 11
K-TN 2 K-TN4 K-TN9 |
Vervolg: |
De oudste en derdejaars kleuters kunnen een tekening maken naar aanleiding van het ochtendspel over de winter of naar aanleiding van een verteld verhaal. |
De kleuterjuf nodigt de oudste kleuters uit om over het ‘winterspel’ of over een verhaal over de winter te tekenen. De kleuterjuf biedt daarvoor gekleurd papier aan, zodat sneeuw en ijs met wit krijt getekend kunnen worden. |
1 4 K-TN8 K-TN18 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de taal als middel om zich te uiten. De oudste en derdejaars kleuters kunnen naar elkaar luisteren en gerichte vragen stellen. De oudste en derdejaars kleuters kunnen voldoende luid en duidelijk gearticuleerd spreken. Oudste en derde jaarskleuters kunnen hetgeen ze beleefd hebben verwoorden. |
De kleuterjuf geeft de kinderen tijdens korte kringgesprekjes de gelegenheid om te vertellen over eigen ervaringen met sneeuw en ijs. |
1 10
K-TN5 K-TN7
|
Vervolg: |
De jongste kleuters doen ervaring op met het luisteren naar een verhaal en het te onthouden tot de volgende dag. De oudste en derdejaars kleuters kunnen luisteren naar een verhaal. De oudste en derdejaars kleuters kunnen de bladzijde vinden waar we de vorige dag gebleven zijn in het prentenboek “Olle’s skitocht”. De oudste en derdejaars kleuters kunnen een (deel van een) verhaal,dat de vorige dag is verteld navertellen. |
De kleuterjuf leest elke dag een deel van het prentenboek voor en nodigt de kinderen uit om te vertellen waar het verhaal de vorige dag over ging (waarbij de prenten kunnen ondersteunen). Ook laat ze de kinderen voorspellen hoe het verhaal verder zal gaan. De kleuterjuf nodigt een oudste of derdejaars kleuter uit om de bladzijde op te zoeken tot waar we de vorige dag zijn gekomen met het verhaal. Zij wil op die manier de betrokkenheid bij het verhaal vergroten. Bovendien kan zij waarnemen of de kinderen de inhoud van het verhaal kunnen vasthouden en verwoorden. |
3 4
K-TN8 K-TN15 K-TN16 |
|
De oudste en derdejaars kleuters kunnen zelf aan een leerling van de 6de klas uitleggen hoe zij willen dat hun huisje of kasteel eruit komt te zien en hoe het dus uit het hout gezaagd moet worden.
|
De kleuterjuf laat elke oudste kleuter een eigen werktekening maken op hout van een huis of kasteel. Zij nodigt voor elk kind een kind uit de 6de klas uit om te komen helpen bij het uitzagen ervan. De kleuterjuf kiest er bewust voor om zelf geen instructie te geven aan de 6de klasser. Zij geeft de kleuter de opdracht om zelf te vertellen hoe het huis of kasteel moet worden. Hiermee wil zij de kleuter stimuleren zelf onder woorden te brengen wat zijn of haar wensen zijn. |
1 K-TN17 K-TN10 K-TN11 |
Vervolg: |
De jongste kleuters tonen interesse in prentenboeken en kunnen luisteren naar een verhaal dat wordt voorgelezen of verteld. De oudste en derdejaars kleuters kunnen met aandacht luisteren naar een verhaal. De oudste en derdejaars kleuters kunnen in een boek een bepaalde prent terugvinden. |
Gedurende een week Verhalen:
Gedurende een week leest de kleuterjuf voor uit een prentenboek met als thema winter. Prentenboeken:
De kleuterjuf geeft de kinderen de mogelijkheid om het verhaal op verschillende manieren te verwerken:
|
1 4 K-TN12 K-TN13 |