Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Periodeaanbod Kerst A rekenen:

 

Periodeaanbod: Winter

Onderdeel Rekenen

Leergebied

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

REKENEN-
WISKUNDE

De jongste kleuters doen ervaring op met tellen.

Oudste en derdejaars kleuters  kennen de getalrij van 10.

De oudste en derdejaars kleuters  kunnen zichtbare hoeveelheden tellen.

De kleuterjuf speelt met de kinderen in de kring een dobbelspelletje met opdrachten.
De kleuterjuf nodigt elke dag een ander kind uit om met de dobbelsteen te gooien. Dit kind mag tellen hoeveel stipjes er op de dobbelsteen te zien zijn. Een ander kind telt Vervolg:ens hetzelfde aantal kinderen in de kring. De aangetikte kinderen mogen hun stoel wegbrengen. Dit wordt herhaald totdat alle stoelen uit de kring zijn  weggezet.

23
26
Tellen

K-R-1
Oriëntatie in de getallenwereld

 

 

De oudste en derdejaars kleuters kennen de begrippen  voor de dagindeling.

Begrippen voor de dagindeling:

  • ochtend
  • middag
  • avond
  • nacht

 

De kleuterjuf laat de begrippen voor de dagindeling in het ochtendspel: “De kaboutertjes” aan de orde komen.
Bijvoorbeeld bij ” ’s Morgens in de vroegte, dan kraait het haantje luid”, begint de dag voor de kaboutertjes,  en gaan dan de hele dag de sneeuw in of het ijs op en komen aan het einde van de dag thuis,  ze gaan dan eten en  naar bed. Zo wordt het hele dagverloop gespeeld en ervaren.

23
25
33
46
51
Tijdsbesef

K-R-8
Klok en kalender

 

 

De oudste en derde jaars kleuters kunnen de breedte van de door hen geweven kleur zelf opmeten.

De kleuterjuf oefent met de kinderen individueel hoe ze met hun hand kunnen meten of de kleur die ze hebben geweven al breed genoeg is. De breedte van de hand wordt als maat gehanteerd. Na een aantal keren laat de keuterjuf de kinderen zelfstandig hun geweven kleur meten.

23
26
32
Meten

K-R-6
Meten en maten

 

 

De oudste en derdejaars kleuters  kennen de getal rij t/m 10 of verder.

De kleuterjuf laat de kinderen het aantal kleuren tellen die zij hebben geweven. Voor een paardentuig moeten de kinderen  10 kleuren weven. Voor een oorwarmer band moeten de kinderen 13 kleuren weven.
De kleuterjuf stelt ook vragen als: “Hoeveel kleuren moet je nu nog weven?”

23
26
Tellen

K-R-1
K-R-2
K-R-3
Oriëntatie in de getallen
wereld

Vervolg:
REKENEN-
WISKUNDE

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen zelf meten of hun popje door het deurtje past van hun zelf ontworpen kasteel/huisje.

De kleuterjuf biedt de oudste en derdejaars kleuters  een werkje aan waarbij het ruimtelijk inzicht wordt ontwikkeld. Zij mogen zelf een ontwerptekening maken voor een huisje of kasteel. Maar eerst wordt er een kegelpopje gemaakt… dit popje is het uitgangspunt voor de maat van het huisje of kasteel. De kleuterjuf wil hiermee de kinderen al  passend en metend  zelf oplossingen laten bedenken voor de juiste maat van bijv. het deurtje… zodat het popje echt naar binnen kan, als het huisje/kasteel klaar is.

23
26
32
Meten

K-R-6
Meten en maten

 

 

 

 

De jongste kleuters van 5 jaar doen ervaring op met het afmeten van een draad die zolang moet zijn als hun eigen armen.

De jongste keuters van 5 jaar doen ervaring op met de begrippen grootse en kleinste.

De kleuterjuf meet samen met de 5 jarige een draad af die zolang is als hun beide armen.
De kleuterjuf biedt de  jongste kleuters van 5 jaar een werkje aan: ze  mogen een sneeuwpop maken. Zij laat de kinderen hier naar eigen behoefte aan werken.

Werkje voor 5 jarige jongste kleuters:

  • Twee pompoentjes van witte wol. Een grote en een kleine. Hiervan wordt een sneeuwpop gemaakt.

23
25
26
42
32
33
Meten

K-R-6
Meten en maten

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen een draad afmeten die bijv.4 keer zolang is al beide armen.

Oudste en derdejaars kleuters kunnen de begrippen grootste en kleinste aanwijzen en benoemen.

De kleuterjuf laat de kinderen draden afmeten die zij nodig hebben
om een koordje mee te draaien voor de teugels van het paardentuig.
Zij de kinderen ervaren dat er voor de teugels langere koordjes nodig zijn dan voor het koordje dat om hun nek komt.

23
25
26
42
32
33
Meten

K-R-6
Meten en maten