Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Periodeaanbod Kerst a Taal:

  Periode aanbod: Kerst Driekoningen

   Onderdeel Taal

 

Leergebied

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

 

TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

 

 

 

 

 

 

De jongste kleuters doen ervaring op met de woorden en begrippen die voorkomen in het Kerst- en Driekoningenspel.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de woorden en begrippen die voorkomen in het Kerst- en Driekoningenspel benoemen begrijpen.

Begrippen:

  • Maria en Jozef
  • Os  en ezel
  • Stal
  • engelen
  • hemel
  • zon, maan en sterren
  • Bethlehem
  • Herders en schapen
  • herbergier
  • lantaarn
  • kribbe
  • kindje Jezus
  • geboorte 
  • koningen
  • goud, wierook en mirre
  • kameel
  • geschenken
  • sterrenkijker
  • troon
  • kroon
  • blauw, groen, rood
  • kelder
  • toren
  • paleis

 

 

 

De kleuterjuf vertelt dagelijks het Kerst- of het Driekoningenverhaal op rijm en in liedvorm. Elke dag kiest de kleuterjuf andere kinderen uit, voor de verschillende rollen die gespeeld mogen worden. De kinderen luisteren naar het verhaal en verrichten, afhankelijk van de rol die ze spelen, de daarbij behorende handelingen. Het Kerst- en Driekoningenverhaal en de daarin voorkomende begrippen krijgen inhoud voor de kinderen door het vertelde zelf te verbeelden en/of verbeeld te zien. 

 

 

 

 

2
Mondeling onderwijs
10
12
Taalbeschouwing

K-TN1
K-TN2
woordenschat en zegswijzen

K-TN10
gebruik verbale en non verbale
middelen

K-TN9
vormen van spreken

 

 

Vervolg::
TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

De jongste kleuters doen spelenderwijs ervaring op met eindrijm.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen stukjes tekst op rijm mee spreken.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen in eenvoudige grammaticaal correcte zinnen spreken en kunnen teksten van liedjes en versjes zeggen of zingen.

De kleuterjuf vertelt het Kerstverhaal/spel en het Driekoningenverhaal/spel in rijmvorm. Het verhaal wordt dagelijks op dezelfde manier verteld en gespeeld. De kleuterjuf nodigt de kinderen uit om een rol uit het verhaal te spelen en stukjes tekst mee te spreken. Zij wil hen op een vanzelfsprekende manier ervaring laten opdoen met het rijmen en het spreken in grammaticaal correcte zinnen.

 

1
2
3
Mondeling taalgebruik

4
9
Schriftelijk onderwijs

11
taalbeschouwing
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-TN 2
woordenschat en zegswijzen

K-TN4
woordstructuur en zinsbouw doorzien

K-TN9
vormen van spreken

 

De jongste kleuters doen ervaring op met de begrippen van plaats.

De oudste en derdejaars kleuters kennen de begrippen van plaats en kunnen deze actief en passief gebruiken.

Begrippen van plaats:

  • boven
  • onder

De kleuterjuf laat de kinderen de ‘begrippen van plaats’ ervaren in het Driekoningenspel, door elke koning in het paleis op een andere plek te laten wonen.

  • in de kelder
  • in de paleiszaal
  • in de toren
  •  

Door ook in het de daadwerkelijke opbouw van het spel de ene koning een hoge plek te geven en de andere juist een lage plek, worden de begrippen boven en onder aan den lijve ervaren.

47
50
Ruimte

K-TN3
herkennen van woord en zinskenmerken

 

 

 

 

Vervolg::
TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

De jongste kleuters doen ervaring op met het verwoorden van ervaringen en het geven van hun mening. Ze oefenen met het wachten om iets te vertellen tot ze aan de beurt zijn.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen verwoorden wat ze hebben meegemaakt en kunnen er hun mening over geven. Ze kunnen zich houden aan elementaire gespreksregels.

De kleuterjuf geeft na het spelen van het Kerst-/ Driekoningen-spelletje alle kinderen de gelegenheid iets te zeggen over het spel en over de rol die ze gespeeld hebben. Zo kunnen zij hun mening geven over hoe ze het vonden om een bepaalde rol te spelen.  Voor de jongste kleuters vertelt juffie in hun plaats wat ze gezien heeft toen het betreffende kind meespeelde. Bijv. “Wat was je een lief schaapje, ik zag  je over het dammetje klimmen”.

1
2
3
Mondeling onderwijs

10
Taalbeschouwing

34
Mens en samenleving

 

K-TN5
K-TN6
communiceren en regels

K-TN7vormen van spreken

K-TN11
standpunt verwoorden

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen een (deel van een verhaal) navertellen.

Voorleesboeken:

  • Winterlicht
  • Het licht in de lantaarn
  • Maria’s kleine ezel

 

 

De kleuterjuf leest (tijdens het eten) voor uit een boek, waarbij elke dag een volgend hoofdstuk aan bod komt. De kleuterjuf nodigt elke dag een oudste- of derdejaarskleuter uit om iets over het vorige hoofdstuk te vertellen.

 

1
2
3
Mondeling onderwijs

4
5
9
Schriftelijk onderwijs

54
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-TN7
K-TN8
vormen van spreken

 

 

 

Vervolg::
TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

De jongste kleuters doen ervaring op met het naspelen/vertellen van een verhaal.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen het Kerst- en Driekoningenverhaal naspelen en vertellen.

Tijdens het vrije spel biedt de kleuterjuf de kinderen de gelegenheid om het Kerst of Driekoningenspel zelf te spelen. De kinderen kunnen daarbij gebruik maken van de grote Kerststal, de kribbe en wat attributen.
Ook biedt zijn de kinderen de mogelijkheid om het verhaal na te spelen met kleine popjes.

1
2
3
Mondeling taalgebruik

54
55
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-TN7
K-TN8
vormen van spreken

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen een (deel van een verhaal) navertellen.

Voorleesboeken:

  • Winterlicht
  • Het licht in de lantaarn
  • Maria’s kleine ezel

 

 

De kleuterjuf leest (tijdens het eten) voor uit een boek, waarbij elke dag een volgend hoofdstuk aan bod komt. De kleuterjuf nodigt elke dag een oudste of derdejaars kleuter uit om te vertellen waar het vorige hoofdstuk over ging.

 

1
2
3
Mondeling onderwijs

4
5
9
Schriftelijk onderwijs

K-TN7
K-TN8
vormen van spreken

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de inhoud van het Kerst- en Driekoningenverhaal tekenen.

 

 

 

 

 

 

De kleuterjuf nodigt de oudste en derdejaars kleuters uit om een tekening te maken over het Kerst- of Driekoningen verhaal. Als stimulans kan de kleuterjuf een tekenblad aanbieden in de vorm van het stalletje. Of een blad met een blauwe rand (de lucht in de nacht) waarop sterretjes en engeltjes geplakt mogen worden als de tekening klaar is.
Als extra uitdaging voor de oudste en derdejaarskleuters kan de kleuterjuf de opdracht geven het verhaal in chronologische volgorde te tekenen in een zelfgemaakt “Kerst- of Driekoningenboekje”.

1
Mondeling onderwijs

4
5
9
Schriftelijk onderwijs

54
Kunstzinnige oriëntatie

K-TN18
soorten teksten schrijven

Vervolg::
TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De jongste kleuters tonen interesse in prentenboeken en kunnen luisteren naar een verhaal dat wordt voorgelezen of verteld.

De oudste en derdejaars kleuters kennen het onderscheid tussen vastliggende tekstinhoud uit een boek en een verteld verhaal.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen in een boek een bepaald plaatje terugvinden.

De kleuterjuf verteld meerdere dagen achtereen hetzelfde Advent- of Kerstverhaal of leest eenzelfde prentenboek voor. De kleuterjuf wil door deze herhaling de kinderen de gelegenheid geven het verhaal helemaal in zich op te nemen en het zich eigen maken. Na het voorlezen van een prentenboek mag één van de kinderen het mooiste plaatje uit het verhaal opzoeken en het boek met de uitgekozen plaat voorop, op de boekenstandaard zetten.

verhalen:

  • Sterrendaalders
  • De vier kaarsen (uit “December sprookjes”)
  • Hoe het huisje licht werd (uit “Decembersprookjes”)

prentenboeken:

  • Het boompje
  • Kerstvogel
  • Het Kerstfeest van Kummeling
  • Het grote geschenk
  • Tomte en de vos
  • Olle’s skitocht

3
Mondeling onderwijs

4
9
Schriftelijk onderwijs

56
Kunstzinnige oriëntatie

K-TN12
luisteren

K-TN13
soorten teksten onderscheiden

K-TN15
bronnen raadplegen

K-TN16
onderscheiden van kenmerken

Vervolg::
TAAL-NEDERLANDSE
TAAL

Jongste kleuters doen ervaring op met het meespreken en zingen van versjes,liedjes en spreuken en  met het maken van de erbij bijbehorende bewegingen.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de spreuken, liedjes en opzegversjes zingen of opzeggen en de erbij  bijbehorende bewegingen maken.

Versjes, liedjes en spreuken voor de advents-, Kerst- en Driekoningentijd:

  • “Sterrenlichtjes neem ik mee”.
  • Vijf engeltjes zijn aan het zingen
  • Kling klokje klingelingeling
  •  In de hemel is ene dans

De kleuterjuf biedt een spreuk aan die speciaal in deze periode passend is. Deze spreuk wordt elke dag aan het begin van de dag opgezegd.
Om de oudste en derdejaars kleuters extra uit uitdaging te bieden, geeft kleuterjuf de kinderen de kans om de spreuk met elkaar op te zeggen terwijl de kleuterjuf luistert.

Dagelijks zingt de kleuterjuf samen met de kinderen dezelfde Kerstliedjes en er worden passende bewegingen bij gemaakt om de tekst te ondersteunen. De kleuterjuf stimuleert de kinderen om mee te zingen en mee te bewegen.
Bij het liedje “vijf engeltjes zijn aan het zingen” daagt de kleuterjuf de oudste en derdejaars kleuters eventueel extra uit, door hen uit te nodigen wél de juiste bewegingen te maken maar de tekst weg te laten.

1
2
3
Mondeling taalgebruik

4
9
Schriftelijk onderwijs
11
taalbeschouwing
56
Kunstzinnige oriëntatie

 

K-TN9
vormen van spreken

K-TN10
gebruik (non)
verbale middelen

 

 

 

 

 

 

 

De oudste en derdejaars kleuters kunnen een plaatje (symbool) herkennen en het erbij horende liedje benoemen.

 

 

De kleuterjuf laat dagelijks één van de oudste of derdejaars kleuters bedenken welke Kerstliedjes er bij de plaatjes horen in het boek met Kerstliedjes. Vervolgens wordt telkens  het liedje met elkaar  gezongen, terwijl het uitgekozen kind de kring rondgaat met het plaatje, zodat ook de andere kinderen het plaatje bij het liedje kunnen bekijken.

4
5
Schriftelijk onderwijs

10
taalbeschouwing

K-TN15
Bronnen raadplegen

TAAL-
VREEMDE-
TAAL

De jongste kleuters doen ervaring op met het luisteren naar en meezingen met een Engels liedje.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen het liedje “I Wish you a merry Christmas” meezingen.

De kleuterjuf zingt samen met de kinderen een Engels Kerstliedje. Het zelfde liedje wordt ook in het Nederlands wordt gezongen, waardoor de kinderen de betekenis van het liedje begrijpen.

13
Engels

K-TV2
spreken en luistern