Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Periodeaanbod Kerst A leefomgeving:

Periode aanbod: Kerst en driekoningen

Onderdeel Leefomgeving

 

Leergebied

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

LEEFOMGEVING-
GESCHIEDENIS

De jongste kleuters doen ervaring op met het begrip vroeger.

De oudste en derdejaars kleuters kennen het begrip vroeger.

De kleuterjuf laat de kinderen op verschillende manieren kennismaken met het Kerst- en Driekoningenverhaal. Zij vertelt erover en leest verhalen voor,  ook zingt zij er liedjes over en speelt zij het verhaal met de kinderen als toneelspel. De kleuterjuf wil door het aanbieden van  prenten, beelden en verhalen de kinderen spelenderwijs bekend maken met de wereld van vroeger en hen laten ervaren dat de wereld van “heel lang geleden” anders is dan de wereld van nu.

51
52
tijd

K-LG1
tijdsbalken en tijdsindeling

K-LG6
kenmerken van tijdperken

LEEFOMGEVING-
LICHAAMS-ORIËNTATIE

De jongste kleuters doen ervaring om met het aanwijzen van de verschillende lichaamsdelen.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de verschillende lichaamsdelen aanwijzen benoemen:

Lichaamsdelen:

  • enkel
  • knie
  • pols
  • schouder
  • wenkbrauw
  • elleboog
  • bovenlip

De kleuterjuf speelt een spelletje waarbij de kinderen bij elkaar een bepaald lichaamsdeel moeten aanwijzen als de kleuterjuf met het belletje klingelt. Als de kinderen bekend zijn met het spelletje kan de kleuterjuf één van de oudste of derdejaars kleuters uitkiezen om met het belletje te klingen en een lichaamsdeel te noemen.

34
Mens en samenleving

41
Natuur en techniek

57
Bewegings-onderwijs

 

 

 

 

 

 

Vervolg:
LEEFOMGEVING-
LICHAAMS-ORIËNTATIE

 

 

 

 

 

 

 

De jongste kleuters doen ervaring om met het aanwijzen en benoemen van de verschillende vingers.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de verschillende vingers aanwijzen en benoemen.

Vingers:

  • duim
  • wijsvinger
  • middelvinger
  • ringvinger
  • pink

De kleuterjuf neemt elke dag een oudste of derdejaarskleuter op schoot. Deze kleuter mag samen met de kleuterjuf het versje voor het opruimen zingen en daarbij de vingers laten bewegen. De kleuterjuf vraagt het kind bij elke vinger hoe deze vinger heet.
Bijv. Weet je hoe nog hoe deze lange vinger heet? En deze kleine dunne? En deze dikke?

Liedje:

  • Duimelot en Likkepot

34
Mens en samenleving

41
Natuur en techniek