BEWEGING-
DIDACTISCH BEWEGEN

De kinderen oefenen hun zintuigen door te kijken, te ruiken, te voelen en te proeven.

Wat er wordt gebakken:

• Kerstbrood: met honing, rozijnen, kaneel, en spijs
• Kerstkoekjes: in de vorm van sterretjes
• Driekoningenbrood: in de vorm van een kroon versierd met broodsterretjes. Erin zijn twee witte en één bruine boon verstopt
• Driekoningencake: In de vorm van een tulband. Erin zijn twee witte en één bruine boon verstopt

De kleuterjuf besteedt extra aandacht aan het bakken van Kerst- en Driekoningenbrood of cake.
Zij laat de kinderen d.m.v. het bakken van brood, koekjes of cake zien en ervaren welke ingrediënten  er in het brood, de koekjes of de cake worden verwerkt. De kinderen kunnen tijdens het kneden voelen hoe het water en meel wordt vermengd tot een elastisch deeg . Als het brood, de koekjes of de cake worden gebakken  kunnen de kinderen ruiken hoe de heerlijk de geur van het versgebakken brood, de koekjes of de cake is. En op het feest mogen de kinderen proeven  hoe lekker het smaakt met alle speciale toevoegingen.

34
Mens en samenleving

41
42
Natuur en techniek

K-BD5
zintuigspellen

Vervolg:
BEWEGING-
DIDACTISCH BEWEGEN

De kinderen oefenen hun zintuigen door te ruiken en te voelen.

De kleuterjuf masseert de handjes van de kinderen met olie. Zij laat wierook branden en bakert de kinderen in een grote lap in. Hiermee wil zij de kinderen laten ervaren welke grote gaven de koningen het kind schenken. De kinderen voelen hoe de olie de huid zacht en warm maakt, hoe de wierook ruikt en hoe het voelt de begrenzing te ervaren van het ingebakerd zijn zoals het Kindje Jezus

34
Mens en samenleving

K-BD5
zintuigspellen

BEWEGING-
TONEEL

De jongste kleuters doen ervaring op met het uitbeelden  van een rol, door te kijken of deel te nemen aan het Kerst- of Driekoningenspelletje.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen in groepsverband en onder leiding van de kleuterjuf de grotere rollen van  het Kerst- en Driekoningenspelletje spelen. 

De kleuterjuf vertelt het Kerst- of Driekoningenverhaal terwijl de kinderen het spel verbeelden.
De kleuterjuf geeft de kinderen elke dag de kans om een andere rol te spelen en. Zij geeft vooral de  oudste kleuters de grotere rollen met tekst en de jongste kleuters de kleinere rolletjes zonder tekst.
De kleuterjuf spreek álle tekst en de  kinderen die dat kunnen en willen mogen meespreken. Zij streeft er nog niet naar om kinderen alleen te laten spreken, maar geeft hen de gelegenheid zich in te leven in de rol die ze spelen en dit uit te drukken in beweging en gebaar!

54
55
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-B2
vaardigheden

De kinderen begrijpen welke kledingstukken en attributen bij bepaalde rollen horen.

Dagelijks vertelt de kleuterjuf het Kerst- of Driekoningenverhaal, terwijl de kinderen het spel verbeelden.
De kleuterjuf heeft voor elke rol bijpassende kleding en hier en daar een eenvoudig attribuut.

54
55
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-BT3
Vaardigheden

BEWEGING-
SPRAAK-
VORMING

De jongste kleuters doen ervaring op met het opzeggen
van opzegversjes en met het nabootsen van de bijbehorende bewegingen.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de gebaren bij opzegversjes maken.
Zij kunnen de tekst ritmisch opzeggen.

De kleuterjuf herhaalt dagelijks een opzegversje en maakt de bijbehorende bewegingen. Zij nodigt de kinderen uit om de bewegingen met hun handen na te bootsen en de tekst mee te spreken.
De kleuterjuf besteedt er aandacht aan hoe de tekst gesproken kan worden, zij  varieert in spreken als dat passend is in de tekst:

• zacht/ hard
• snel / langzaam

Opzegversjes:

• Op een grote grote berg
• Sterrenlichtjes neem ik mee

1
2
Mondeling onderwijs

54
55
56
Kunstzinnige oriëntatie

K-SB1
K-SB2
K-SB3
spreken en luisteren

BEWEGING-
EURITMIE

De jongste kleuters doen ervaring op met het nabootsen van de euritmiejuf.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen onder leiding van de euritmie juf euritmische vaardigheden uitvoeren.

Euritmische vaardigheden:

• Rondlopen in de kring
• Gelijk beginnen en eindigen
• In de kring staan en naar binnen en naar buiten lopen
• Bewegingen maken vanuit beeldende motieven
• Een rechte weg lopen
• Beweging en gebaar maken op gesproken woord en muziek

De euritmie juf nodigt de kinderen uit, om aan de hand van het verhaaltje van “de mol” en van “Olle’s skitocht” verschillende vaardigheden te oefenen.

54
Kunstzinnige oriëntatie

57
58
Bewegings-onderwijs

K-BE1
K-BE3 Vaardigheid en behendigheid

K-BE4
K-BE5
ruimtelijke oriëntatie

K-BE6
K-BE7
K-BE8
verbeelden

BEWEGING-
GYMNASTIEK
EN SPEL

Jongste kleuters doen ervaring op met het springen over het grote touw.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen 10 keer achter elkaar touwtje springen in het grote touw.

De oudste en derdejaars kleuters oefenen het springen in het kleine touw terwijl ze het touw zelf ronddraaien.

De kleuterjuf nodigt vooral alle oudste keuters uit om tijdens het buitenspelen te komen touwtje springen in het grote touw.

Liedje bij het touwtje springen:

• Engeltje engeltje draai eens rond

De jongste kleuters worden uitgenodigd om over “de wolkjes” (van het grote touw) te komen springen.

Liedje bij het springen over de wolkjes;

• Een engeltje is aan het zingen, een engeltje is aan het springen

De kleuterjuf nodigt de oudste en derdejaars kleuters tijdens het vrije spel één voor één uit om te gaan springen in het kleine touw in de gang.

57
58
Bewegings-onderwijs

K-BG4
spel