Periodeaanbod Advent | A rekenen: |
Periode aanbod: Advent
Onderdeel Rekenen
Leergebied |
De kleuters | De kleuterjuf | Verwijzing |
REKENEN- |
De oudste en derdejaars kleuters kunnen een draad afmeten die zo lang is als hun eigen 2 armen samen.
|
De kleuterjuf biedt de jongste, oudste en derdejaars kleuters een “oudste kleuterwerkje” aan. Zij laat hen een jasje en petje borduren voor een Zwarte Pieten handpop. |
23 26 32 K-R-6 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de meetkundig figuur rondje/cirkel en raken bekend met de benaming ervan. De oudste en derdejaars kleuters herkenen een rondje/ cirkel en ze kunnen deze meetkundige figuur benoemen. |
De kleuterjuf biedt klassikaal een knutselwerkje aan in de kring. Ze laat zien hoe een bruin rondje papier op hun blad als basis gebruikt kan worden voor het hoofd van een zwarte Piet. Zij gebruikt daarbij de benamingen rondje/ cirkel. |
23 32
K-R-9 |
Vervolg: |
De jongste kleuters doen ervaring op met de verschillende meetkundige figuren en raken bekend met de benamingen ervan. Oudste en derdejaars kleuters herkennen de meekundige figuren. Meetkundige figuren:
|
De kleuterjuf speelt met de kinderen klassikaal een spelletje. Om de beurt mag één van de kinderen met een dobbelsteen gooien waarop verschillende meetkundige figuren staan afgebeeld. Dit kind mag een kadootje in de zak stoppen dat die vorm heeft. De vormen zijn rond, driehoekig, vierkant en rechthoekig. Als er 5 kadootjes in de zak zitten mogen andere kinderen om de beurt voelen welk kadootje ze in de zwarte Pieten zak vinden(zonder te kijken),benoemen welk kadootje ze voelen en welke vorm het heeft. |
23 32 K-R-9 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de begrippen voor de dagindeling. De oudste en derdejaars kleuters begrijpen de begrippen voor de dagindeling en kunnen deze actief gebruiken. |
De kleuterjuf speelt met de kinderen een ochtendspel over Sinterklaas en zijn Pieten. Zij gebruikt daarbij de begrippen van tijd. Begrippen voor de dagindeling:
|
23 46 51
K-R-8 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met de begrippen van tijd en het terugtellen van 10 tot 0. De oudste en derdejaars kleuters begrijpen de begrippen voor de dagindeling en kunnen deze actief gebruiken. De oudste en derdejaars kleuters kunnen terugtellen van 10 naar 0 |
De kleuterjuf nodigt de kinderen in het kringgesprek uit om te vertellen over Sinterklaas. Hierbij worden de begrippen van tijd veelvuldig gebruikt, bijvoorbeeld als wordt gesproken over hoeveel nachtjes het nog duurt voordat de stoomboot aankomt of voordat Sinterklaas in de klas op bezoek komt:
|
23 26 33 K-R1 K-R8 |
Vervolg: |
De jongste kleuters doen ervaring op met tellen. De oudste en derdejaars kleuters kennen de getalrij (tenminste tot en met 10) en kunnen zichtbare hoeveelheden tellen. |
De kleuterjuf speelt met de kinderen het ochtendspel over Sinterklaas. Eén van de kinderen is Sinterklaas zijn en mag proberen zelfstandig te tellen “hoeveel Pieten er mee naar Nederland zijn gekomen”. (alle kinderen van de klas zijn de Pietjes) |
33 K-R-1 |
|
De oudste en derdejaars kleuters kunnen een reeks kleuren steeds in de zelfde volgorde herhalen |
De kleuterjuf biedt klassikaal een knutselwerkje aan: een stoomboot plakken. Zij laat de oudste en derde jaarskleuters zien hoe de vlaggetjes aan de slinger kunnen worden geplakt in een zich herhalende reeks van 4 kleuren. |
33 K-R-2 K-R-4 |
|
De jongste kleuters doen ervaring op met het onthouden van voorwerpen die uit het zicht zijn. De oudste en derdejaars kleuters kunnen 5 voorwerpen onthouden als deze uit het zicht zijn. |
De kleuterjuf speelt klassikaal met de kinderen een spelletje in de kring… “wat is er weg?” Sint is met zijn Pieten met de stoomboot op weg naar Nederland. In een zak zitten 5 kadootjes… maar één ondeugend Pietje haalt er stiekem één of meerdere een kadootjes uit terwijl Sinterklaas ligt te slapen. Welke kadootje(s) zijn er weg? |
23 26 K-R4 |