LEEFOM-GEVING-
AARDRIJKS-KUNDE

De oudste en derdejaars kleuters kennen de plaatsbegrippen en kunnen deze actief gebruiken.

Begrippen van plaats:

• Op
• Onder
• Voor
• Achter
• Naast

De kleuterjuf speelt met de kinderen een toverspelletje, waarbij de begrippen van plaats centraal staan.

Bijvoorbeeld:

• wiede wiede woel alle kinderen staan op de stoel
•  alle handjes naast de stoel
• of alle voetjes onder de stoel

Als het spel na een aantal keren bekend is bij de kinderen nodigt de kleuterjuf één voor één de oudste kleuters uit om “te toveren”. Zo wil zij de kinderen uitnodigen om de begrippen van plaats zelf actief te gebruiken.

50
Ruimte

K-LA2
Oriëntatie op de omgeving

LEEFOM-GEVING-
GESCHIEDENIS

De jongste kleuters doen ervaring op met begrippen van tijd.

De oudste en derdejaars kleuters kennen de begrippen die tijd aanduiden.

Begrippen van tijd:

• Dag
• Week
• Maand
• Jaar
• gisteren
• Vandaag
• Morgen
• Herfst
• Winter

De kleuterjuf vertelt Sinterklaas verhalen en adventsverhalen waarin de begrippen van tijd voorkomen en de seizoenen worden benoemd.

Sinterklaasverhalen:

• Nog 4 nachtjes slapen en dan…
•  Vanavond ga ik mijn schoentje zetten…
• Op 5 december dan is het pakjes avond

Adventssprookjes:

• Er gaat in deze verhalen telkens een week voorbij en het wordt steeds donkerder en kouder,zo wordt de tijd beleefd tot het winter is.

51
52
Tijd

K-GL3
tijdsbalken en tijdsindeling

K-LG6
kenmerken van tijdperken

LEEFOM-GEVING-
NATUUR

De kinderen hebben eerbied voor de natuur.

De oudste en derdejaars kleuters weten wat herfst is, hoe de natuur er in deze periode uitziet en hoe het weer is.

De kleuterjuf neemt de kinderen (onder andere d.m.v. het ochtendspel van Sinterklaas) mee in de belevin van de weersgesteldheid aan het einde van herfst: koud, regenachtig en met veel wind.
Er wordt bijvoorbeeld gespeeld dat grootvader blad gaat harken in de tuin en het koud heeft.

De kleuterjuf laat de kinderen dagelijks buiten spelen, zij ervaren zo aan den lijve hoe het weer en de natuur naar de winter toe verandert. De kleuterjuf stimuleert de kinderen om het blad dat op de speelplaats is gevallen weg te vegen.

39
42
Natuur en techniek

K-LN1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg

De kinderen kunnen ervaren hoe het kneden van het brood voelt, hoe het brood ruikt als het is gebakken, zij kunnen proeven hoe het smaakt en zien hoe mooi het is geworden.

De oudste en derdejaars kleuters weten wat er nodig is om brood te bakken:

• Meel
• Zout
• Gist
• Water
• Boter

De kleuterjuf bakt met de kinderen een pepernoten brood. Zij laat de kinderen helpen met het mengen en kneden. Alle kinderen mogen een aantal pepernoten in het deeg verstoppen. Het brood wordt omgetoverd in een “stoombootbrood” d.m.v. vlaggetjes en een schoorsteen (wc rol). De volgende dag wordt het brood gegeten en kunnen de kinderen zien en proeven dat de pepernoten in het brood zitten.

39
42
Natuur en techniek

K-LN3
Primaire functie menselijk lichaam
K-LN4
Omgaan met natuur, milieu en gezondheid

LEEFOM-GEVING-
TECHNIEK

De oudste en derdejaars kleuters kunnen een stevig gebouw maken van kapla blokjes.

Gebouwen:

• Een stoomboot
• Een schoorsteen
• Een huis
•  

De kleuterjuf nodigt de oudste kleuters in tweetallen uit om een gebouw te maken van kapla blokjes. Om hen te stimuleren biedt zij kleine Sinterklaas- en Zwarte Pietenpopjes aan om in of op het gebouw te zetten en ermee te spelen.

44
45
Natuur en techniek

K-LT5
K-LT7
Oriëntatie op technische oplossingen