Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Periodeaanbod Michael A Bewegen:

Periode aanbod: Herfst en Sint Maarten

Onderdeel Beweging

 

 

 

Leergebied

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

BEWEGING-
DIDACTISCH BEWEGEN

 

 

 

 

 

De jongste kleuters lopen mee in een rij en doen ervaring op met het ritmisch lopen op het spreekritme.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen in een rij lopen op het spreekritme.

De kleuterjuf zingt samen met de kinderen een liedje. Daarbij loopt zij ritmisch op de maat van het liedje. Zij nodigt de kinderen uit om in een lange rij achter haar aan te lopen en de bewegingen na te bootsen.
liedje:

  • “stevig stappen onze beentjes “

De kleuterjuf zegt een rijmpje en loopt in het rond in de kring. Zij nodigt de kinderen uit om in een lange rij achter haar aan  in het rond te lopen en haar na te bootsen:
rijmpje:

  • “stap voor stap en tree voor tree”

57
58
Bewegings-onderwijs

K-BD1
K-BD2
vaardigheden

 

 

 

 

 

BEWEGING-
TONEEL

 

De jongste kleuters spelen door middel van nabootsing mee met het verhaal. Zij doen ervaring op met het zich inleven in een bepaalde rol.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen zelfstandig een kleine rol spelen en stukjes tekst zelfstandig zingen.

De kleuterjuf beeld uit wat er in het verhaal (in liedvorm) met Sint Maarten  gebeurt, de kinderen bootsen na en spreken mee. De kleuterjuf nodigt af en toe een oudste of derde jaars kleuter uit om een rol zelfstandig te spelen. (Sint Maarten of de arme bedelaar).

Verhaal in liedvorm:

  • Sint Maarten reed door weer en wind.

De kleuterjuf speelt samen met de kinderen een verhaal (in liedvorm) waarbij elk kind een kleine rol krijgt toebedeeld.

Verhaal in liedvorm:

  • Grootvader wil een koolraap planten hei diedel dei

 

 

 

54
Kunstzinnige oriëntatie

K-BT1
K-BT2
vaardig-
heden

BEWEGING-
SPRAAK-
VORMING

De jongste kleuters doen ervaring op met het meespreken van kleine stukjes eenvoudige tekst.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen gebaar en tekst tegelijkertijd uitvoeren.

De kleuterjuf speelt samen met de kinderen een ochtend-spel. Dit spel wordt dagelijks herhaalt, waardoor de kinderen heel vanzelfsprekend de tekst gaan mee spreken.  De kleuterjuf maakt daarbij bewegingen die de tekst ondersteunen . Ook de bewegingen worden op een vanzelfsprekende manier door de kinderen nagebootst.

2
Mondeling
Taalgebruik

6
Schriftelijk onderwijs

10
12
taalbeschouwing
K-BS1
K-BS2
spreken en luisteren

BEWEGING-
EURITMIE

 

 

 

 

 

 

 

De jongste kleuters doen ervaring op met het nabootsen van de euritmiejuf.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen onder leiding van de euritmie juf een aantal vaardigheden uit te voeren.

Euritmische vaardigheden:

  • Rondlopen in de kring
  • Gelijk beginnen en eindigen
  • In de kring staan en naar binnen en naar buiten lopen
  • Bewegingen maken vanuit beeldende motieven
  • Een rechte weg lopen/rennen
  • Beweging en gebaar maken op gesproken woord en muziek

De euritmie juf nodigt de kinderen uit om aan de hand van een verhaaltje verschillende vaardigheden te oefenen.

54
Kunstzinnige oriëntatie

57
58
Bewegings-onderwijs

K-BE1
K-BE3
Vaardigheid en behendigheid

K-BE4
K-BE5
ruimtelijke oriëntatie

K-BE6
K-BE7
K-BE8
verbeelden

BEWEGING-
GYMNASTIEK
EN SPEL

 

 

 

 

 

De jongste kleuters oefenen  motorische bewegingen.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen motorische bewegingen maken:

  • springen (ergens overheen, ergens vanaf)
  • balanceren (over een plank)
  • kruipen (ergens onderdoor)
  • op één been staan
  • stampen
  • op de tenen lopen

 

 

De kleuterjuf laat in het ochtendspel veel bewegingselementen aan bod komen. Zij maakt zelf de bewegingen en nodigt de kinderen uit  om deze naar eigen kunnen na te bootsen

Bijvoorbeeld:

  • Het eekhoorntje springt van de stoel (in de boom van tak naar tak)
  • De kaboutertjes balanceren over een brug (plank)
  • De kaboutertjes kruipen door het holletjes van een konijntje

(tafel met lap eroverheen)

  • De kinderen zijn een dikke boom en staan op twee benen zo stil als een dikke  boom. De kinderen staan op één been zo stil als een hele dunne boom.
  • De kaboutertjes lopen stampend door het bos of juist heel voorzichtig en stil op hun tenen

57
58
Bewegings-
onderwijs

K-GB1
K-GB2
bewegingsvormen

 

De oudste en derdejaars kleuters oefenen met het vangen van een bal die door de kleuterjuf voorzichtig wordt aangegooid. Zij proberen de bal weer in de handen van de kleuterjuf terug te gooien.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen onderhands gooien en vangen.

De kleuterjuf speelt met de kinderen in de kring met de bal. Terwijl ze een liedje zingt krijgen de kinderen één voor één de bal toegeworpen en mogen ze deze weer terugwerpen.
Ook oefent zij met de kinderen het gooien en vangen met pittenzakjes.
De kleuterjuf geeft elke kleuter een eigen pittenzakje zij doet allerlei behendigheidsoefeningen voor. Deze worden door de kinderen nagebootst.

57
58
Bewegings-
onderwijs

K-BG4
spel