Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Taalbeschouwing jaarbeelden

Jaarbeelden taalbeschouwing   

 

 

  • kleuterklas
  • klas 1
  • klas 2
  • klas 3
  • klas 4
  • klas 5
  • KLas 6

Kleuterklas

Gebruik van taal

  • Leert taal zien als middel om je te uiten
  • Leert taal in concrete situaties
  • Ontdekt de gevoelswaarde van taal
  • Ontdekt de taalvariatie

 

Vorm en klank van taal:

  • Herkent tekensystemen (vertelkaars, kralenketting, pictogram e.d.) als vormen van taal
  • Kan spelen met eindrijm, alliteratie woordverbastering
  • Herkent afzonderlijke woorden in samenstelling

Klas 1

Gebruik van taal

  • Leert taal zien als middel om te communiceren
  • Hanteert taal in abstractere situaties (telefoongesprek)
  • Leert kijken naar synoniemen
  • Neemt eigen taal waar en  vergelijkt die met een andere taal 

 

Vorm en klank van taal:

  • Leert voorbeelden kennen van tekensystemen uit het dagelijks leven en van klank en gebaar in vocalen en consonanten bij euritmie
  • Kent halfrijm en analoge rijen en kan woorden erbij verzinnen
  • Kan spelen met samengestelde woorden of met woordkettingen

Klas 2

Gebruik van taal

  • Leert taal zien als middel om gedachten te ontwikkelen
  • Leert kijken naar verschillen tussen gesproken en geschreven taal
  • Leert de letterlijke en figuurlijke betekenis onderscheiden
  • Leert de verschillen in moedertaal (dialect, sociolect) kennen

 

Vorm en klank van taal:

  • Leert tekensystemen ontwerpen die functioneren in de klas (bijv. rebus)
  • Krijgt oog voor metrum en ritme
  • Kan enkelvoud en meervoud toepassen
  • Kent de verschillende soorten verkleinwoorden

Klas 3

Gebruik van taal

  • Leert taal zien als middel om te overtuigen
  • Leert passend taalgebruik hanteren (aanspreekvormen en woordgebruik)
  • Leert stijlfiguren, zoals eufemismen en spreekwoorden en gezegden kennen.
  • Ontwikkelt attitudes ten aanzien van dialect en sociolect

 

Vorm en klank van taal:

  • (Her)kent de leestekens en kent de functie ervan
  • Leert aandacht besteden aan zinsmelodieën (proza)
  • Kan voor- en achtervoegsels vergelijken
  • (Her)kent woordsoorten

Klas 4

Gebruik van taal

  • Kan taal zien als middel om te beïnvloeden
  • Kent registers
  • Kent spreekwoorden en gezegden
  • Kent meertaligheid

Vorm en klank van taal:

  • Kan communiceren in een bestaand tekensysteem
  • Kan alliteratie en stafrijm, woordspelingen op klank herkennen en hanteren
  • (Her)kent woorden die tijd en ruimte uitdrukken
  • Herkent werkwoorden en kan daarmee de tijd aangeven

Klas 5

Gebruik van taal

  • Kent de rol van argumentatie, kan feiten en meningen onderscheiden
  • Heeft oog voor stijl van uitingen teksten
  • Kent het verschijnsel vaktaal en jargon
  • Ontwikkelt attitudes ten aanzien van vreemde talen

Vorm en klank van taal:

  • Kan tekensystemen en klanken in verschillende vreemde talen en oude culturen met elkaar vergelijken
  • (her)kent teksten met klankconventies zoals hexameter, limerick
  • Kan woordsoortverandering (-loos, -ing, -sel, -baar) toepassen
  • Hanteert directe en indirecte reden
  • Ontwikkelt oog voor lijdende en bedrijvende vorm

 

Klas 6

Gebruik van taal

  • Kent soorten argumenten en de deugdelijkheid van argumenten (jij-bak, drogreden e.d.)
  • Herkent de mate van open- en geslotenheid in verschillende situaties
  • Kan de betekenis omschrijven en vaststellen (definities)
  • Ontwikkelt attitudes ten aanzien van meertaligheid

Vorm en klank van taal:

  • Bekijkt programmeertaal computer en andere voorbeelden van taalcodes
  • Bekijkt klankverwantschap tussen talen en onomatopeeën
  • Bekijkt bastaardwoorden, neologismen
  • Herkent wetmatigheden in de taal (onderwerp, persoonsvorm, belangrijkste woordsoorten)