Ingevulde enquete

Een ingevulde enquête.
Wat voor lezer ben je?
De kinderen van de derde klas geven de volgende antwoorden:
Ik ben een avondlezer.
Ik lees het liefst alleen.
Ik lees af en toe een spannend boek.
Ik lees elke dag een stukje.
Favoriete boeken zijn spannende boeken, griezelboeken en meisjesboeken.

Wat lees je graag?
Ik lees het liefst treurige boeken, echt waar je om moet huilen.
Ik lees niet veel, maar soms wel Kuifje, of de Voetbal.
Ik lees niets graag.
Ik hou veel van boeken met hoofdstukken.
Over kinderen die op mij lijken of hoe ik zou willen zijn.
Ook strips zijn populair. Verder worden paardenboeken, hondenboeken, boeken over voetbal of geschiedenis genoemd. Veel kinderen zeggen van serieboeken te houden, zoals De Kameleon. Favoriete schrijvers zijn Astrid Lindgren, Paul van Loon en Carry Slee.

In de vierde klas wordt de informatie die de kinderen geven specifieker:
Tonke Dragt, Carry Slee en Dagmar Stam worden als favoriete schrijvers genoemd evenals een serie over dolfijnen en de Vijf.
Ik lees eigenlijk alleen maar paardenboeken.
Het maakt niet uit wat ik lees, als het maar van Carry Slee is.
Ik lees alles graag.
Ik houd niet van lezen en als ik lees zijn het infoboeken.
Boeken over heksen en zo vind ik fijn om te lezen.
Een kind houdt van dikke boeken, een ander van ridderboeken, omdat die altijd spannend zijn.
Iemand geeft aan dat hij het liefst Lord of de rings leest, maar tekent er bij aan dat hij dat niet mag lezen.

De toppers in de vijfde klas zijn griezelboeken, Harry Potter en paardenboeken. Opvallend veel kinderen noemen hun lievelingsschrijvers, dat zijn Carry Slee, Otfried Preussler, Roald Dahl, Paul Biegel, Astrid Lindgren, Jan Terlouw, Virginia Lee, Selma Lagerlöf, Michael Ende, Corrie Hafkamp, Thea Beckman en Cynthia Voigt, Jacques Vriens.

Ik lees graag zielige boeken en liefdesboeken.
Ik vond Minoes een heel leuk boek.
Ik lees van alles en nog wat.
Ik houd van dierenboeken en fantasieboeken.
Ik lees het liefst strips.
Ik lees graag de boeken van de Kameleon.
Geschiedenisboeken lees ik graag.
Ik lees tijdschriften en gewone verhalen, maar ik ben niet zo’n lezer, omdat het niet zo snel gaat.
Mijn lievelingsboek is In de ban van de ring.

Kinderen uit de zesde klas:
De boeken die ik lees, moeten spannend zijn.
Ik lees graag over mensen met problemen.
Ik lees graag boeken van Carry Slee, Anke de Vries en sommige andere boeken.
Alle boeken lees ik graag, behalve griezelboeken.
Het maakt niet uit, als het maar niet over paarden gaat.
Ik lees graag de boeken van Thea Beckman
De Bianca-serie van Yvonne Brill en de De babysittersclub, lees ik graag.
Niets, ik hou niet van lezen.

Waarover wil je dat de boeken gaan?
De antwoorden op deze vraag komen vrijwel overeen met de antwoorden op de vraag wat ze graag lezen. Veel kinderen zeggen dat het ze niet uitmaakt, als de boeken maar spannend en/of grappig zijn. In de hoogste twee klassen zijn probleemboeken erg populair.
‘Problemen, met daar tussenin liefde’.

Kun je iets zeggen over het soort boeken dat je het liefst leest?
Opvallend veel kinderen beantwoorden deze vraag met ‘nee’ en de andere antwoorden
overlappen die op vraag een en twee.
Dikke boeken met plaatjes.
Niet te dik, maar ook niet te dun.
Er staan weinig plaatjes in en ze zijn dun.
Ik lees bijna geen boeken in de ik-vorm.

Hoe lees je het liefst?
Bijna alle kinderen lezen het liefst liggend (op de bank of in bed) en in stilte. De een leest graag snel, een ander juist niet te snel.  In de derde klas geeft een kind als antwoord: ’in mezelf’ en een ander: ‘in mijn hoofd’. Een kind legt uit dat het het liefst in de kersttijd leest op de bank met de poes op schoot.

Wanneer lees je het liefst?
De favoriete leestijd blijkt de avond. Verder wordt er gelezen als men zich verveelt.
Opvallend is dat een enkel kind het liefst nooit leest en een ander het liefst de hele dag.
‘In elk geval niet op school’, zegt de een ‘op school in mijn vrije tijd’, zegt een ander.

Met wie?
De meeste kinderen lezen het liefst alleen of met een ouder of beste vriend(in). Een kind uit de vierde klas leest met ‘mijn innerlijke ziel’. Een vijfde klasser geeft aan: ’ik lees al zelf’.
Een zesde klasser bekent dat het soms fijn is als vader of moeder voorleest. Ook worden hier weer een paar huisdieren genoemd die ze graag in de buurt hebben bij het lezen.

Wat doe je als je niet meer weet waar het verhaal over gaat?
Veel kinderen geven aan dat ze dat nooit hebben. De meest gebruikte strategie is een stukje teruglezen, op de achterkant kijken of gewoon doorlezen. Een enkeling stopt dan met lezen.

Wat doe je als je iets niet begrijpt in een boek?
De meeste kinderen uit de derde en vierde klas lezen gewoon door of ze vragen het aan een ouder of de juf. In de vijfde en zesde klas zijn de kinderen geneigd om het nog eens over te lezen, het op te zoeken in een woordenboek en als ze er dan nog niet uitkomen, vragen ze het of ze nemen een ander boek.
Hoe kies je een tekst of een boek uit, waar let je op?
Bijna alle kinderen in alle klassen lezen voor- en achterkant, letten op de titel en bladeren het boek eens door. Een enkeling pakt een boek uit een serie die bekend is.

Onthoud je wat je hebt gelezen?
Het antwoord op deze vraag varieert van ja, meestal wel tot soms. De kinderen uit de vijfde en zesde klas tekenen daarbij aan dat het afhankelijk is van of het een interessant dan wel saai boek is.

Wil je dat ook onthouden?
Veel kinderen willen het wel onthouden, zeker als het leuke boeken zijn, maar een aantal kinderen maakt het niks uit. 
‘Ja, omdat ik iemand anders dan het boek kan aanraden.’

Waarom lees je thuis?
Vrijwel iedereen leest omdat het leuk is of om de verveling te verdrijven. Maar ook dat je ervan leert, of dat het goed voor je is, wordt vermeld.
Een enkeling zegt thuis nooit te lezen.

Waarom lees je op school?
Het meest gegeven antwoord is ‘Omdat het moet’, gevolgd door ‘Omdat het leuk is en moet’.
Een andere reden om op school te lezen is, omdat je ervan leert (in de hoogste twee klassen wordt vooral de spelling genoemd die je beter leert door te lezen).

Waarom is lezen belangrijk?
De meeste kinderen vinden lezen belangrijk omdat je er iets van leert: je leert beter lezen, je leert beter spellen, en schrijven, je leert meer woorden en het is goed voor je ontwikkeling:
Het is goed voor je ontwikkeling en woordenschatting.
Ook het praktische nut wordt onderkend, als je niet kunt lezen kun je nooit een goed beroep krijgen. Verder noemen de kinderen nog een aantal alledaagse motieven:
Omdat post sturen dan geen nut heeft.
Anders weet je niet wat er op de bon van de kassa staat.
Omdat je anders de recepten niet kunt lezen, omdat je anders de borden op de snelweg niet kunt lezen, omdat je geen brieven kunt lezen. Kortom je kunt niets lezen.

Enkele kinderen vinden het lezen ook voor zichzelf van belang, het is ontspannend en leuk:
Je beleeft avonturen op de bank.
Om veel te weten te komen over mensen en geschiedenis, of juist over onzin.
Omdat je je lekker kan ontspannen.
Ik word er rustig van in mijn hoofd.
Het is fijn om te lezen als je ergens mee zit.
Omdat het gewoon leuk is.
Omdat je er lekker lui van wordt en dat is fijn voor het slapen gaan.