Getalbegrip in de praktijk:
- Juffie gooit met de (grote) dobbelsteen; hierna gooit het kind. Juffie vraagt of het meer of minder heeft gegooid. ‘Meer natuurlijk.’
- Het verzinnen van manieren om het aantal stippen van de dobbelsteen weer te geven is altijd een vreugdevol gebeuren. Veel plezier met: het knikken van het hoofd, klakken van de tong, knipogen, zwaaien, stampen, klappen met de knieën enz.
- Op de groentedag tellen van de wortels, tomaten, spruiten enz. ‘Één erbij’ is na de ‘teldreun’ ook een ‘wakker maken’.Ook: ‘Met één eraf is….’ (Ja juffie, je kunt ons niet foppen hoor!)
- Iedere dag tellen we de kinderen en kijken we welke stoelen (en van wie) er niet ‘warm’ worden.
- Als een kind bv. 5 jaar is geworden, zoeken we in de klas waar we nog meer (dingen van) vijf zien.
- In de kring tellen we altijd hoeveel jongens en hoeveel meisjes er zijn. ‘Waar zijn er meer van, jongens of meisjes?’ Dit weten ze altijd. Je ziet ze ook al tellen hoeveel het er samen zijn.
- We tellen dan ook wel eens de neusjes, of de sloffen, euritmieschoentjes of sokken. Waar zijn er de meeste van, en waarvan de minste? Dan is er altijd wel een probleem als er een kind een soort gymschoentjes aanheeft. Want waar vallen die dan onder?
- ‘Zullen we vandaag iets grappigs tellen juffie?’ (nadat we de handen en voeten van allemaal hebben geteld) ‘De neusgaten!’ ‘Dat zijn evenveel’, zegt een ander.
- ‘Wat komt er ook alweer na 69?’ vraagt een meisje dat de kring rondloopt en de vingers telt.
Wat kunnen we doen om bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
- Lopen met grote stappen en luister wat de tamboerijn aangeeft.
- Veel bewegingsvormen in de ruimte (met of zonder hoepel). ‘Ga 3 stappen vooruit, 1 opzij en 2 achteruit (in ochtendspel: stamp op deze plaats en zoek eronder de ‘schat’).
- Ritmisch gooien met de pittenzak (alleen of met meer kinderen) en tel in stilte. Als de pittenzak valt, kun je opnieuw beginnen of doortellen.
- Twee kinderen gooien de bal naar elkaar en tellen tot hij op de grond komt. ‘Probeer 10 te halen.’
- Laten raden: getal groter dan 6, kleiner dan 10.
- Welk getal slaapt nog in de rij: 1 2 3 4 6 7 8 .(zie ook het paas-ochtendspel, als haasje zeven nog slaapt).