koplogo

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Rekenvoorwaarden Lichaamsorientatie:
                                  Begeleidingsdienst voor vrijescholen                                      P. van Meurs

 


Lichaamsorientatie

Rekenvoorwaarden kleuterklas Son

Tellen tot 10 Son Rekenvoorwaarden

Tellen en doen A. Zwart

A. zwart Rekenvoorwaarden

vensterdoorkijkje in de klas lichaamsorientatie

vensterdoorkijkje in de klas orientatie in de ruimte












A: lichaamsoriëntatie:
Hierbij is het eigen lichaam uitgangspunt. Voor inhoudelijke opmerkingen over lichaamsoriëntatie zie:Rekenvoorwaarden A Zwart Uit de praktijk:

De oudste kleuters mogen op woensdag lichaamsdelen aanwijzen (en benoemen) met het bewegingsvers:
doorkijkje“Goedemorgen allemaal, heb je goed geslapen; ben je fit en ben je sterk? Dan gaan wij weer blij aan het werk.” Er worden dan 3 tot 4 lichaamsdelen aangewezen. Groot plezier bij het ‘billen aanraken’, waarbij er even opgeveerd moet worden. Veel pret als dit tegelijk gebeurt.
Wat kunnen we doen om het bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?

  1. Het lichaamsdeel benoemen terwijl het wordt aangewezen.
  2. Liedjes en versjes zoals: hoofd, schouders, knieën teen; dit zijn mijn wangetjes; de pinken kussen elkaar; juffrouw Katrijntje ; twee handen op de knieën; dit is opa klein en dik; mag ik door je straatje lopen; dit is mijn neusje en dit is mijn kin, enz.
  3. Waar hebben we er 1 van; en 2 en 3 en meer? Kinderen staan tegenover elkaar en doen elkaars houding na. Kruiwagenloop (met twee kinderen); Stoeltje maken (met drie kinderen);
  4. Met het ene lichaamsdeel het andere aanraken: met je pink je neus aanwijzen; met je duim je oor (en wisselen); je voorhoofd op je knie; je tong op de rug van je hand. Enz. Dit zijn enkele voorbeelden. In het venster wordt hier verder op in gegaan.

B: oriëntatie in de ruimte.
Dit is het steeds meer thuis raken in de wereld met behulp van het bewegen in de ruimte, met of zonder voorwerpen.
doorkijkjeOp woensdag (met de oudste kleuters) maken we altijd een binnen- en een buitenkring om (klap)spelletjes twee aan twee te doen. Meestal draait de buitenkring, tot een kind vroeg: ‘Wanneer mag de binnenkring draaien?’
Wat kunnen we doen om bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
doorkijkje Twee grote blokken zijn de bootjes. Deze ‘varen’ in een kring om het tafeltje in de kring heen met de voeten erop (dit kan schaatsend gebeuren, of de achterste optillen en voor je neerleggen). Probeer niet in het ‘water’ te vallen. Hier kan ook een estafette van gemaakt worden (bv. de jongens tegen de meisjes).
doorkijkje Twee kinderen zitten tegenover elkaar met kapla of blokken. Een bouwt en benoemt wat het doet. De ander bouwt na (dit kan ook met de muziekdoosjes). Hierna wisselen. Variatie: ene kind zegt wat het ander moet bouwen (nadat dit samen met juffie is gedaan). Dit is moeilijker.
Spelen met de bal: groot, klein, wol, koper, stof. Spelen met de pittenzakken. Dit zijn enkele voorbeelden. In het venster wordt hier verder op in gegaan.