Rekenvoorwaarden | Maatbegrippen: |
Maatbegrippen
Rekenvoorwaarden kleuterklas Son
Tellen tot 10 Son Rekenvoorwaarden
doorkijkje in de klas maatbegrip
Maatbegrippen
Maatbegrip ervaren kinderen als ze dingen willen veranderen, dan is iets 'te dik', 'te hoog', nog niet 'vol', of past het 'precies'. De kleuter gaat zulke begrippen hanteren als het met spullen iets doet.
Geleidelijk kan daarbij gevoel ontstaan voor een eenheidsmaat zoals 1 kraal en 1 appel; en kunnen 10 kraaltjes ook 'meer’ zijn dan 1 appel, al is die laatste zwaarder en neemt hij meer ruimte in.
Schatten heeft te maken met ‘het in de wereld staan’. Je iets voor kunnen stellen en het ‘al doende’ uitvoeren. Ook kun je ontdekken dat je kunt ‘meten met twee maten’.
Ik meet 2 kinderen door ze met de ruggen tegen elkaar aan te laten staan. Eentje is langer: ‘Hé, hoe kan dat nou’, klinkt het, ‘ Ze is langer en toch nog geen zes, zoals......’ ‘Ja’, zegt een ander, ‘ zij is ouder en toch kleiner’.
Ook emoties kunnen gemeten worden bij: ‘ Ik heb altijd pech’, bij het meten van de thee in de glazen kopjes.
Meestal nemen kleuters waar zonder kleuring en constateren ze, bv: ‘ zij heeft vandaag een roze broek aan’ of ‘ik heb vandaag niet zoveel thee’.
Wat kunnen we doen om het bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
Het meten vanuit het eigen lichaamsdeel: duim, elleboog (el). Denk aan het verhaal van de koningsdochter en de vlammenburcht, waar de jongeling om het zwaard van de koning moet vragen van 7 el lang.
En je kunt natuurlijk ook meten met je handen en voeten (feet).
Je kunt ook een duimstok maken en de kinderen hiermee van alles laten meten: ‘O, de tafel is meer dan 10 duim’.
Bij het meten eerst laten schatten en hierna uitvoeren. Hoeveel voetje voor voetjestappen is het tot aan de deur? Dit kun je uitbreiden met sprongen, hinkelstappen, reuzenstappen, voetje voor voetje achteruit, enz. Gooi de pittenzak naar voren: hoeveel stappen schat je er naartoe? Gooi hem dichtbij, dan zo ver mogelijk.
Maak een vingerhaakwerk: 3 keer zo lang als juffie is.
Noem een groot dier (klein, dun, dik, kort, lang, breed, smal enz).
In de poppenhoek: het passen van poppenkleren. Wat past denk je bij deze pop? Je kunt de kinderen laten schatten en daarna laten passen.