BEWERKINGSBEGRIP

Bewerkingsbegrippen vormen zich uit het in twee (gelijke) porties verdelen met twee handen, verdelen dus vanuit de eigen lichaamssymmetrie. Het kind gaat dan eerst uit van een geheel dat er is. 'Erbij krijgen' of 'kwijtraken', als 'oergebaren' voor optellen en aftrekken, leert het dan kennen in een uitwisseling tussen zichzelf en zijn omgeving. Zulke bewerkingen vragen van een kind al meer distantie.Het ontdekken dat het geheel uit delen kan bestaan.

Vanuit de praktijk:

Het delen van een boterham en geven aan een kind dat nog ‘honger’ heeft. ‘Juffie, zij hebben veel meer (porseleinen) kralen dan wij’, klonk het.

‘Maak maar bergjes van dezelfde kleur’, zei ik, ‘dan zien we wie er mag delen.’ Verbazing en blijdschap toen er van de ene kleur gekregen werd en ze van een andere kleur konden schenken.

Broodbakken Acht kinderen zitten klaar aan de baktafel. Het deeg wordt in acht porties verdeeld. De oudsten verdelen hun portie weer zorgvuldig in drie bolletjes. Dat worden lekkere vlechtbroodjes.

De zesjarige kan als er iets verdeeld moet worden al eenvoudige bewerkingen van het rekenen toepassen. Bijvoorbeeld bij het verdelen. We hadden ongeveer vijftig pepernoten te verdelen over 21 kinderen. Matthijs zei meteen:"Meester ik denk datje er iedereen wel twee kunt geven".Ook weten ze doorgaans wel dat als er negen knikkers te verdelen zijn dat je ze dan in groepjes van drie kunt uitdelen als je met z'n drieën bent.

Ook het verkort tellen hoort bij eenvoudige verwerkingen. Dus bij vijf beginnen te tellen omdat vijfvingers door hen overzien worden